“Pi Martin, chock dee mak mak”, (grote broer Martin je hebt veel geluk) zegt een bevriende monnik als ik hem begroet op het tempelcomplex waar ik verblijf in het binnenland van Thailand. Deze week is het elephant day, de dag dat de olifanten tijdens een ceremonie worden gezegend. Een gezellige dag waarbij de olifant en de begeleider, de mahout, na de zegening vanaf lange tafels een ‘all you can eat’ buffet aangeboden krijgen.
Op de dag van de ceremonie is het een drukte van belang. Vanuit de wijde omgeving zijn er mensen op de festiviteiten afgekomen. Ineens bedenk ik mij dat veel olifanten in Thailand gebruikt worden om toeristen te vermaken. Ze lopen rondjes met toeristen op hun rug en doen kunstjes op commando. Iets waar ik vel op tegen ben en heel even voel ik bij mijzelf een flinke weerstand opkomen. Eigenlijk heb ik plotsklaps geen zin meer in de ceremonie, iets wat een oudere monnik schijnbaar direct van mijn gezicht kan aflezen. “Martin, are you oké?” vraagt hij? “Yes, I am oke”, zeg ik omdat ik de vrolijke stemming niet wil bederven. “Martin your face look sad”, zegt de oudere monnik zeer direct zonder omwegen. Ik besluit het erop te wagen en vraag of de olifanten voor de toeristen industrie worden gebruikt. De monniken kunnen hun lach niet inhouden. Dat kan alleen een Westerling bedenken. Je gaat toch niet zoiets kostbaars voor zo iets onnozels gebruiken? zegt de monnik. Nee, deze olifanten worden in de land- en bosbouw gebruikt op plekken diep in het woud waar machines niet kunnen komen. Ze doen voornamelijk sleepwerk. Een bijzondere samenwerking tussen de olifanten en de mensen die ze begeleiden die al honderden jaren oud is.
Niet veel later komt de stoet met 17 olifanten op het tempelcomplex aan. Een machtig gezicht om de beschilderde olifanten in een lange rij aan te zien komen. De olifanten worden door de monniken gezegend en vallen dan aan op het buffet. De festiviteiten buiten het complex met muziek en dans gaan tot middennacht door.
De volgende dag komt er nog één olifant met zijn mahout het terrein op om gezegend te worden. Kennelijk kon de mahout de dag ervoor niet of waren zij aan het werk, denk ik, terwijl wij de laatste versieringen en lampjes uit de bomen van het tempelcomplex halen.
Die middag hebben we het in de les over het kalmeren van de geest. De oude monnik die les geeft vraagt mij hoe mij het kalmeren van de geest afgaat. “Ja redelijk goed, ik oefen veel” antwoord ik. De oudere monnik glimlacht vriendelijk en herinnert mij aan gisteren, het moment dat ik even in de veronderstelling was dat de olifanten wellicht voor toeristische doeleinden werden gebruikt. “Wat gebeurde er toen met je?” vraagt de monnik. Ik voel mij enigszins betrapt, maar weet dat hier niet onderuit te komen is, dus geef ik toe. Ik vertel dat de gedachte door mijn hoofd ging dat de olifanten wellicht voor toeristische doeleinden werden gebruikt en dat dit veel weerstand in mijn opriep, waardoor ik even mijn kalmte verloor. Ik voelde mij geïrriteerd, boos en ook wat teleurgesteld, gelukkig achteraf gezien ten onrechte. Daarnaast wilde ik de vrolijke stemming op het tempelcomplex niet bederven en vond ik dat ik al die gevoelens eigenlijk niet mocht hebben.
De oude monnik buigt zich wat naar voren en vraagt mij of ik weet waarom de laatste olifant pas die ochtend gezegend is en niet gisteren. Ik moet hem het antwoord schuldig blijven, ik heb werkelijk geen idee. De monnik legt het uit.
De mahout had die dag de olifant al beschilderd en was net als de andere al vroeg op pad gegaan. De olifanten werden niet ver van de tempel verzameld zodat ze via een korte wandeling tegelijk op het tempelcomplex konden arriveren. Onderweg merkte de mahout dat de olifant die dag niet mee wilde werken. Iets wat zich ook weleens tijdens het werk voordoet. De olifant bleef staan ging naar links als hij rechts moest en was niet tot ander gedrag te bewegen. De mahout die op de rug van de olifant zit kent de olifant al van jongs af aan. Vaak weet hij de olifant met wat lekkers of met wat lichte dwang wel te laten doen wat hij moet doen, maar lukt dat niet dan weet de mahout dat hij de olifant die dag met rust moet laten. Het tegen de olifant ingaan of het dier dwingen of straffen werkt averechts, soms blijft de olifant dan dagen lang tegen de mahout ingaan. Daarnaast is het een machtig dier van een paar duizend kilo. Dus wat kan je doen?
Zo werkt het dus ook met jouw brein, zegt de monnik. Je bent als het ware de mahout van je brein. Je moet leren samenwerken. Gaat je brein een kant op die jij niet wil? Heb je nare en terugkerende gedachten, ervaar je negatieve emoties, of is er een ander reden waarom je je kalmte niet kan bewaren? Besef dan dat je gedachten en emoties hebt maar dat je je gedachten en emoties niet bent. Je gedachten komen en gaan, daar heb je als mens geen vat op, net als de mahout de olifant niet kan dwingen te doen wat hij niet wil.
Wat kan je wel doen?
Probeer als een toeschouwer naar je gedachten en emoties te kijken en ga er niet tegenin. Veroordeel je gedachten en emoties niet, dat maakt het juist erger. Merk je gedachte of emotie op en doe er verder niks mee, zo zal je zien dat de gedachten of emoties geen vat op je krijgen en je brein weer kalmeert. Doe je dit wel dan heb je er goede kans van dat je de gedachten steeds gaat herhalen en de emotie groter maakt.
Hoe dat werkt?
Gedachten en emoties hebben aandacht nodig om ze in stand te houden. Worden deze niet gevoed met jouw aandacht dan gaan ze vanzelf voorbij. Hoelang blijf je in normale omstandigheden boos? Een uur, een dag wellicht in bijzondere gevallen een week, dat kan alleen als jij dat in stand houdt.
Wil jij ook mahout worden van je gedachten? Pieker je veel, heb je terugkerende gedachten en emoties of verzet jij je tegen situaties of omstandigheden in je leven? Ervaar je stress of burn-outklachten? Neem dan contact met mij op via e-mail: info@martijnbuurmancoaching.nl of WhatsApp 06-45058811.
Reactie plaatsen
Reacties